Charles-Valentin Alkan

Charles-Valentin Alkan
Charles-Valentin Alkan (circa 1865)
Volledige naam Charles Henri Valentin Morhange
Geboren 30 november 1813
Overleden 20 maart 1888
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Religie Jodendom
Stijl Romantiek
Nevenberoep Pianist
Handtekening Handtekening
(en) Allmusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Charles-Valentin Alkan[n 1][n 2] (30 november 1813 – 29 maart 1888) was een Franse componist en pianist die over extreem veel virtuositeit beschikte. Op het hoogtepunt van zijn roem in de jaren 1830 en 1840 was hij, samen met zijn vrienden en collega's Frédéric Chopin en Franz Liszt, een van de toonaangevende pianisten in Parijs, een stad waar hij vrijwel zijn hele leven doorbracht.

Alkan behaalde vele prijzen aan het Conservatoire de Paris, waar hij voor zijn zesde al binnenkwam. Zijn carrière in de salons en concertzalen van Parijs werd gekenmerkt door zijn soms langdurige terugtrekkingen wegens persoonlijke omstandigheden. Hoewel hij een brede kring van vrienden en kennissen had in de Parijse artistieke wereld, waaronder Eugène Delacroix en George Sand, hield hij vanaf 1848 een teruggetrokken levensstijl aan. Gedurende deze periode bleef hij componeren en werden onder andere zijn verzamelingen van grootschalige Etudes in alle Majeur toonsoorten (Op. 35) en alle Mineur toonsoorten (Op. 39) gepubliceerd. Laatstgenoemde bevat zijn Symfonie voor piano solo (Op. 39, nos. 4–7) en Pianoconcert (Op. 39, nos. 8–10), die vaak worden beschouwd als zijn meesterwerken en die van grote muzikale en technische complexiteit zijn. Alkan kwam uit zijn zelfopgelegde pensionering in de jaren 1870 om een reeks recitals te geven die werden bijgewoond door een nieuwe generatie Franse musici.

III. Allegretto alla barbaresca - uit zijn Pianoconcert Op. 39

Alkan's betrokkenheid bij het Jodendom is onmiskenbaar, zowel in het leven dat hij geleid heeft als in zijn muziek komt dit tot uiting. Hij was de eerste componist die Joodse melodieën in kunstmuziek opnam. Vloeiend in Hebreeuws en Grieks, wijdde hij veel tijd aan een volledige nieuwe vertaling van de Bijbel in het Frans. Dit werk, net als veel van zijn muzikale composities, is nu verloren. Alkan is nooit getrouwd, maar zijn vermoedelijke zoon Élie-Miriam Delaborde was, net als Alkan, een virtuoos op zowel de piano als de pedaalpiano, en redigeerde een aantal werken van de zijn vader.

Na zijn dood (die volgens aanhoudende maar ongegronde legende werd veroorzaakt door een vallende boekenkast), raakte Alkan's muziek in vergetelheid, ondersteund door slechts een paar musici, waaronder Ferruccio Busoni, Egon Petri en Kaikhosru Sorabji. Vanaf de late jaren 1960 hebben, onder leiding van Raymond Lewenthal en Ronald Smith, veel pianisten zijn muziek opgenomen en in het repertoire opgenomen. Alkan begint langzamerhand wereldwijd erkenning te ontvangen voor zijn werk, net als dat van zijn vrienden Chopin en Liszt.

Muziek

Hector Berlioz (detail), 1863, door Pierre Petit

Invloeden

Brigitte François-Sappey wijst op de frequentie waarmee Alkan is vergeleken met Berlioz, zowel door zijn tijdgenoten als later. Ze vermeldt dat Hans von Bülow (1830-1894) hem "de Berlioz van de piano" noemde, terwijl Schumann, in kritiek op de Op. 15 Romances, beweerde dat Alkan enkel "Berlioz op de piano imiteerde". Ze merkt verder op dat Ferruccio Busoni de vergelijking met Berlioz herhaalde in een ontwerp (maar ongepubliceerde) monografie, terwijl Kaikhosru Shapurji Sorabji opmerkte dat Alkan's Op. 61 Sonatine was als "een Beethoven sonate geschreven door Berlioz".[9] Berlioz was tien jaar ouder dan Alkan, maar ging pas in 1826 naar het Conservatorium. De twee kenden elkaar, en werden misschien beide beïnvloed door de ongewone ideeën en stijl van Anton Reicha die van 1818 tot 1836 aan het Conservatorium onderwees, en door de klankkleuren van de componisten uit de periode van de Franse Revolutie.[10] Ze creëerden beiden individuele, zelfs eigenzinnige klankwerelden in hun muziek; er zijn echter grote verschillen tussen hen. Alkan, in tegenstelling tot Berlioz, bleef nauw verbonden met de Duitse muzikale traditie; zijn stijl en compositie werden sterk bepaald door zijn pianospel, terwijl Berlioz nauwelijks kon spelen op het toetsenbord en niets schreef voor solo piano. Alkans werken omvatten dus ook miniaturen en (onder zijn vroege werken) salonmuziek, genres die Berlioz vermeed.[11]

Alkan's grote belangstelling voor de muziek van zijn voorgangers valt niet te ontkennen. Dit blijkt uit een aantal van zijn arrangementen, waaronder: Beethovens Zevende Symfonie (1838), en van de menuet van Mozart's 40e Symfonie (1844), via de sets Souvenirs des concerts du Conservatoire (1847 en 1861) en de set Souvenirs de musique de chambre (1862), die transcripties bevatten van muziek van Mozart, Beethoven, J.S. Bach, Haydn, Gluck, en anderen.[12] In deze context moet worden genoemd Alkans uitgebreide cadenza voor Beethovens 3e Pianoconcert (1860), die citaten bevat uit het slot van Beethovens 5e Symfonie.[13] Alkans transcripties, samen met originele muziek van Bach, Beethoven, Handel, Mendelssohn, Couperin en Rameau, werden vaak gespeeld tijdens de serie Petits Concerts gegeven door Alkan bij Erard.[14]

Wat betreft de muziek van zijn eigen tijd, was Alkan niet enthousiast, of in ieder geval onthecht. Hij merkte op tegen Hiller dat "Wagner geen muzikant is, hij is een ziekte."[15] Hoewel hij Berlioz's talent bewonderde, genoot hij niet van zijn muziek.[16] Bij de Petits Concerts, werd meestal geen nieuwere muziek gespeeld dan dat van Mendelssohn en Chopin (beiden waren ongeveer 25 jaar voor de serie concerten begon overleden), behalve Alkan's eigen werken en af en toe enkele van zijn favorieten zoals Saint-Saëns.[17]

Lijst van composities van Charles-Valentin Alkan
Charles-Valentin Alkan, c. 1835. Portret door Édouard Dubufe


Trivia

Alkan speelt een rol in de roman Au pair van Willem Frederik Hermans uit 1989. Een van de personages in deze roman, Michel de Lune, is een pianist, die zich zonder veel succes toelegt op het spelen van Alkans werk. Omdat het werk zo moeilijk is, slaagt Michel er zelfs na jarenlang oefenen niet in deze muziek foutloos te spelen.

Bronnen

  • Nicholas, Jeremy. (1994), Alkan and Henselt. Hyperion Records
  • Willemze, Theo. (1981), Componistenlexicon. Spectrum ISBN 90-274-8975-0

Zie ook

Externe link

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Alkan voegde soms "aîné" (de oudere) toe aan zijn handtekening om zich te onderscheiden van zijn vier broers, die allen actief waren als professionele musici,[1] en deze toevoeging werd af en toe gebruikt door zijn uitgevers.[2] In zijn persoonlijke correspondentie ondertekende hij vaak als "Valentin Alkan", en hij stond bij zijn kennissen bekend als Valentin. Wat betreft de koppeling van "Charles-Valentin"; zijn naam wordt zowel met als zonder koppelteken gevonden, zelfs tijdens zijn leven. Er wordt gemeld dat in zijn acte de naissance (geboorteakte) beide vormen voorkomen[3] en zonder.[4] Alkan gebruikte zelf soms het koppelteken in zijn gepubliceerde werken – bijvoorbeeld in zijn voorwoord tot de Op. 31 Preludes – en soms niet – zijn op. 1 verscheen als van "C. V. Alkan".[5] Andere vormen komen ook voor: de Sonate de concert Op. 47 heeft op zijn titelpagina "Ch:Vin Alkan"[6] (vergelijk de handtekening in de header illustratie van dit artikel); Alkan's handtekening in zijn brieven is vaak in de vorm "C:V:Alkan".[7] Autoriteiten op het gebied van Alkan lijken zowel de vorm met koppelteken als die zonder te gebruiken, zonder onderscheid, en zelfs hun mening te veranderen tussen boeken – vergelijk bijvoorbeeld de titels van François-Sappey (1991) en François-Sappey en Luguenot (2013).
  2. Alkan's voornamen worden soms ten onrechte gegeven als Charles-Henri Valentin (of Victorin) Morhange.[8] Het is mogelijk dat het gebruik van 'Henri' kan zijn ontstaan uit een misverstand over de afkorting "Ch." "Victorin" ontstond uit een drukfout in Kaikhosru Sorabji's essay over Alkan in zijn boek uit 1932, "Around Music". (Zie Alkan Society Bulletin 87, 5.)

  1. Conway (2012), 223.
  2. Zie bijvoorbeeld Alkan (1848), 1.
  3. Smith (2001) I, 14.
  4. François-Sappey (1991), 304.
  5. Alkan (1828), 1.
  6. Alkan (1857), 1.
  7. Zie voorbeelden in Conway (2013b), 4–10.
  8. Smith (2000) I, 14.
  9. François-Sappey en Luguenot (2013), 5.
  10. Conway (2012), 205.
  11. François-Sappey en Luguenot (2013), 8–9; Conway (2013a), 2.
  12. François-Sappey (1991), 293–4.
  13. Smith (2000) II, 178–181.
  14. Smith (2000) I, 62–67.
  15. Brief aan Hiller van 31 januari 1860, geciteerd in François-Sappey (1991), 198 (hier vertaald uit het originele Frans).
  16. Smith (2000) I, 54–5.
  17. Smith (2000) I, 62, 66.
Bibliografische informatie